De hel (Jahannam) is in de islam een plaats van bestraffing na de dood voor degenen die in dit leven zonden hebben begaan en geen berouw hebben getoond. Het wordt beschouwd als een plaats van eeuwige pijn en lijden, en wordt beschreven als een verschrikkelijke plek vol vuur, rook en duisternis.

Volgens de islamitische leer zijn er verschillende niveaus of straffen in de hel, afhankelijk van de aard en de ernst van de zonden die zijn begaan. De bestraffingen omvatten onder meer vuur, kokend water en andere vormen van marteling.

In de islam wordt benadrukt dat de hel niet bedoeld is als een wraak van God, maar als een gevolg van het negeren van de geboden en het verwerpen van de genade van God. Het wordt beschouwd als een waarschuwing voor de mensheid om de juiste weg te volgen en zich te richten op het verrichten van goede daden en het vermijden van zonden.

Het is ook belangrijk om op te merken dat in de islam de hel niet de enige optie is na de dood. Moslims geloven dat er ook een hemel (Jannah) is, een plek van eeuwige vreugde en beloning voor degenen die goede daden hebben verricht en zich aan de geboden van God hebben gehouden.